zaterdag 3 december 2011

Omarmt KVP-politici als Kortenhorst en De Quay

stelt Elsbeth Etty - iemand die mij al jaren zwart maakt - in een column in het NRC-Handelsblad. Zoals in zoveel gevallen begrijp ik totaal niet hoe ze hierbij komt. Ik ben opgevoed in een katholieke wereld maar heb daarvan als jochie al afstand genomen. Het is waar dat die wereld me altijd is blijven fascineren, zij het in geheel andere zin dan Etty suggereert. Voor het overige heb ik eerder gevoelens van weerzin tegen dan van bewondering voor katholieke zaken - en dat zeker waar het de politiek betreft. Ik begrijp dan ook werkelijk niet waar Etty haar mening vandaan haalt. Wat klopt is dat katholieke politici als Kortenhorst en De Quay veel invloed hadden, zeker in de jaren vijftig, dat ik die invloed beschrijf en daarmee indirect betoog dat het volstrekt onjuist is, zoals sinds de jaren zestig in toenemende mate is gedaan, die invloed te veronachtzamen. Dit is mijn taak als historicus. Maar die beschrijving en beklemtoning wil toch nog niet zeggen dat ik die invloed bepleit of de personen in kwestie bewonder? Je bent toch geen nazi als je over de betekenis van Hitler in de jaren dertig schrijft, geen Lutheraan als je nadenkt over Wittenberg? Het verbaast mij van iemand die, zo dacht ik altijd, zo talig is als Etty. Maar dat is ze in het geheel niet - zie ook hier -, ze is een politica die zonder mededogen 26 letters voor haar karretje spant.

Voor wie wil weten hoe ik in deze kwestie werkelijk over katholieke politiek denk: lees wat Jan Rogier schreef - en door mij geciteerd wordt op p. 429 van Dat nooit meer:
'Terwijl Martin van Amerongen het liefst schreef over uitwassen als de Noordbond, richtte zijn collega Jan Rogier zich op zaken en personen die minder opvallend maar volgens hem juist daarom des te belangrijker waren. Rogiers alertheid voor de werkelijkheid achter de schijn lag in het verlengde van zijn weerzin tegen de cultuur waarin hij opgegroeid was: de katholieke. Hypocrisie zou haar kenmerk zijn: van buiten wit, vanbinnen zwart ofwel mooie praatjes op de preekstoel maar vuile maatjes achter de schermen. Precies dit bespeurde hij bij de man die volgens hem model stond voor naoorlogs Nederland: Jan de Quay.'