zondag 4 december 2011

Betekenis van de oorlog voor de Europese integratie achterwege gelaten

beweerde Paul Scheffer in een verder opmerkelijk lovende recensie in de Volkskrant van 29 oktober 2011. Hij zei het volgende:
'dat de beschavingsbreuk van Auschwitz een ijkpunt vormt is wel zeker. Het verbaast daarom dat Van der Heijden de belangrijkste doorwerking daarvan onbesproken laat. En dat is de betekenis van de oorlog voor het streven naar Europese integratie. Doordat de buitenlandse politiek goeddeels buiten zijn beschouwing valt, komt hij niet toe aan deze conclusie die door de oorlogsgeneraties is getrokken uit het 'dat nooit meer', namelijk de gedachte dat de nationale grenzen moesten plaatsmaken voor een continentale lotsgemeenschap. Kohl en Mitterand, maar ook Lubbers en Kok, kozen ervoor om na de val van de Muur de Duitse eenheid 'onomkeerbaar' te verankeren in Europa door middel van een monetaire unie. Die stap werd gerechtvaardigd door de overtuiging dat ze behoorden tot de laatste generatie die nog herinneringen had aan de oorlog. Die verplichting droegen ze met zich mee en zo is de euro de monetaire uitdrukking geworden van dat 'nooit meer'.
Een mooie kritiek die, denk ik, ook wel terecht is. Ik heb het hier in Dat nooit meer wel over maar inderdaad niet expliciet genoeg en vooral met betrekking tot de relatie tussen Nederland en Duitsland, zie ondermeer pagina 565-567. Hier staat tegenover dat ik iets minder stellig geweest zou zijn dan Scheffer in het leggen van een relatie tussen Shoah en euro. Laatstgenoemde lijkt me eerder een uitvloeisel van een lang politiek en economisch proces dan van de veel minder lange dominante aanwezigheid van de Shoah. Verder is het zo dat Dat nooit meer nadrukkelijk over Nederland ging. Maar toch, Scheffer heeft gelijk, dit aspect had meer aandacht kunnen krijgen.