dinsdag 29 november 2011

Onjuiste redenen voor de uitbundige viering van Bevrijdingsdag 1995

Het is onjuist 'dat Bevrijdingsdag in 1995 – ‘een spetterend feest! - hartstochtelijker werd gevierd dan anders, vanwege de Val van de Muur (maar dat was 6 jaar eerder)' betoogde Frank van Vree tijdens zijn oppositie op 28 oktober 2011 in een opsomming van kritiekpunten.

Dit nu is een goed voorbeeld van verdraaiing van woorden, namelijk van weglating van een volledige zin waardoor de betekenis verandert. De betreffende passage (p. 560) gaat over de uitbundige herdenking van de oorlog in 1995. Daarover bestaat geen twijfel. De vraag was hoe zoiets zo lang na de oorlog te verklaren is. In Dat nooit meer staat:
‘De actualiteit hielp een handje. Met de Val van de Muur was er een eind gekomen aan de de­ling van Europa. Omdat die deling tot op grote hoogte tot de Tweede Wereldoorlog te herleiden was, voelde het alsof nogmaals en nu écht van bevrijding gesproken kon worden. Het is een van de achtergron­den van het vele dat tussen 1990 en 1995 geschreven werd over het einde van de ideologie of zelfs het einde van de geschiedenis. Reden voor een spetterend feest, reden ook voor een eendrachtige herden­king van allen die onderweg gesneuveld waren. Hier komt bij dat het ’t Westen, Nederland voorop, in de laatste jaren van de twintigste eeuw voor de wind ging. Terwijl tijdens de herdenkingen van 1985 nog veel somberheid klonk, was hiervan tien jaar later geen sprake meer.’
Einde citaat. Met andere woorden: de Val van de Muur gaf velen het gevoel dat een sombere periode, deels te herleiden tot de Tweede Wereldoorlog, afgesloten was en leidde dan ook tot tal beschouwingen in die zin (End of History e.d.). Het waren die beschouwingen en die 'vrolijkheid' die maakten dat de bevrijding in 1995 uitbundiger gevierd werd dan in 1985 - en niet de Val van de Muur zoals Van Vree abusievelijk leest. Overigens is dit natuurlijk een mening, een suggestie, een interpretatie en geen, zoals van Vree beschuldigend stelt, verzonnen feit of verdraaiing.

Ook is het onjuist, vervolgt van Vree, te stellen dat het feest zo uitbundig was 'omdat ‘velen’ van degenen die de oorlog als verzetsman of gevangene etc hadden beleefd, [ik citeer] "nog één keer over dat grootse moment uit hun leven wilden vertellen".' 

Dit nu is wel een (en zelfs biologisch) feit. Tegelijkertijd is het, zeker als het om militairen gaat onmiskenbaar, niet alleen in Nederland maar ook in Frankrijk en de VS. Kijk de kranten er maar op na! Vandaar dat in Dat nooit meer staat dat ‘een bijkomende factor was
'dat degenen die de oorlog bewust hadden meegemaakt weer tien jaar ouder waren terwijl degenen die de oorlog als militair, verzetsman of gevangene hadden beleefd, indien in leven, nog minder tijd restte. Vandaar dat velen van hen nog één keer over dat grootse moment uit hun leven wilden vertellen, nog één keer de plekken van toen wilden zien, nog één keer de ervaringen van destijds wilden ondergaan. Het verklaart dat duizenden voormalige geallieerde soldaten in het voorjaar van 1995 naar Nederland trokken. Alle kran­ten berichtten er uitvoerig over en vooral De Gelderlander wist niet van ophouden. Verhaal na verhaal na verhaal.’