zaterdag 26 november 2011

Appeltje te schillen met de linkse oorlogsgeneratie

Aldus beweerden maar liefst drie critici, in volgorde van optreden: Elsbeth Etty (NRC-Handelsblad), Jos Palm (Historisch Nieuwsblad) en Meindert van der Kaay (Trouw). Vooral eerstgenoemde maakt het erg bont door te doen voorkomen alsof ik spreek van een mediacomplot (het woord komt in het boek niet voor) en dat ook nog doe met misprijzen. Hoe komt ze erbij? Welk misprijzen? Het tegendeel is het geval. Ik leerde van de oorlogsgeneratie het grijze perspectief op de oorlog, ik verslond hun boeken, ik kende Jan Rogier, ik bewonder Henk Hofland en tal van anderen uit die generatie leerden mij lezen en denken. Misprijzen? Het is een soort Pavlov-reactie van Etty: van der Heijden denkt anders dan ik, zijn vader was fout in de oorlog, dus is vdh rechts en spreekt met misprijzen over links. Wat een onzin.

Jos Palm was, ernaar gevraagd, zo eerlijk toe te geven dat hij wellicht wat vooringenomen gelezen had. Van der Kaay wist evenmin een passage in Dat nooit meer aan te wijzen waaruit dat appeltje zou moeten blijken en ikzelf heb me suf gezocht... maar niets gevonden. Ik daag Etty dan ook ook één zin te noemen waaruit dat misprijzen blijkt. Hij is er niet – en dat kan ook niet want ik voel het niet. De meest duidelijke zin is deze, op p. 416:
‘De oorlogsgeneratie is voor de beeldvorming van de Tweede Wereldoorlog temeer zo belangrijk omdat zij haar, als je het zo mag noemen, ‘buitenstaanderschap’ compenseerde met een sterke, zo niet bepalende invloed in de media – en dat in een tijdvak, we zagen het al, waarin het maatschappelijk zwaartepunt in toenemende mate juist bij diezelfde media kwam te liggen.’ 
Is dit misprijzend? Zo ja, dan ben ik 1 meter 50 klein en weeg 200 kilo. Blijft overigens de vraag waarom maar liefst drie critici min of meer hetzelfde beweerden. Je zou denken: omdat het zo is. Maar er is ook een geheel andere mogelijkheid. Daarover later.

Meer over dit onderwerp is overigens te vinden in de bijlagen 39 en 25 van Dat nooit meer.