donderdag 24 november 2011

Dominantie van de Shoah in de oorlogsgeschiedschrijving wordt betreurd

Aldus ondermeer Marjan Schwegman tijdens haar oppositie op 28 oktober 2011 - en enkele anderen in haar voetspoor in de weken die volgden. Schwegmann zei:
'u lijkt het te betreuren dat, wat u de ‘relativerende’ visie op de oorlog noemt, die in de jaren ‘50 gemeengoed zou zijn geweest, plaats moest maken voor een perspectief waarin de Shoah de herinnering steeds meer ging domineren.'
Wat een onvoorstelbare onzin! Waarom zou ik dat in hemelsnaam doen? Waartoe? Het woord ‘lijkt’ in de passage van Schwegman geeft al aan dat ik het nergens met zoveel woorden zeg. In ieder geval kan ik uit de grond van mijn hart zeggen dat het zo beslist niet is. Sterker nog, ik heb hierover in dergelijke termen tot op heden nog nooit zo gedacht. Ik constateer iets en of ik dat nu goed of slecht vind, is m.i. nogal irrelevant. Maar ernaar gevraagd: ik vind het niet goed en niet slecht, ik vind het gezien de aard van de Shoah onvermijdelijk en zie inderdaad wel het gevaar dat de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog hierdoor verengd wordt. De oorlog staat immers voor zoveel meer dan de Shoah, ook al is deze van alle gebeurtenissen de meest afschuwelijke. Maar nog even Schwegman:
'Dat u dat betreurt maak ik b.v. op uit een woord dat u kiest in de passage op p. 605 over de Stockholm Declaratie uit 2000, waarin werd gesteld dat de Holocaust de grondvesten van onze beschaving fundamenteel had aangetast. ‘Vandaar’, zo schrijft u, ‘dat hij nooit vergeten mag worden en de internationale gemeenschap’ – en nu komt het – ‘opgezadeld heeft met de morele plicht al het mogelijke te doen om herhaling te voorkomen.’
Zo zie je maar, taal is een ingewikkeld en subtiel fenomeen. Inderdaad, zo kan je het woord opgezadeld lezen maar je kunt het ook heel anders lezen, namelijk zoals het bedoeld is: dat het een lastige, zware taak is om te voorkomen dat zoiets nogmaals gebeurt, een taak die (getuige bijv. de gebeurtenissen in Srebrenica) lang niet altijd slaagt. Dat deze tweede interpretatie de juiste is wordt op talloze plekken van het boek geïllustreerd. Zie alleen al de laatste woorden van het boek – een zoveelste verwijzing ook naar de titel:
‘Dat dit proces [van vergruizing van de oorlogsgeschiedenis] zich uiteindelijk niet doorzette en dit voorlopig vermoedelijk ook niet zal doen, is, nogmaals, het gevolg van het alomtegenwoordig besef van de extreme misdadigheid van het nazisme, in het bijzonder tegenover joden en enkele andere groepen. Deze maakt dat de Tweede Wereldoorlog ook anno 2011 in de eerste plaats nog als een morele gebeurtenis wordt gezien en het fundament van een door allen - nationaal en internationaal, joods, christelijk, homoseksueel of Nederlands-Indisch - gedeelde overtuiging: dát nooit meer!’
Overigens heb ik het woord opgezadeld in de tweede druk van het boek veranderd door een neutraler belast. Het zal de mening van mijn critici niet veranderen maar toch.