zaterdag 26 november 2011

Nauwelijks verhulde irritatie over solidariteit met vervolgde joden

Je moet maar durven. Dit te schrijven:
‘de onverwerkte geschiedenis van de jodenvervolging [leidt] ondanks de politieke verschillen wel [tot] een nieuwe consensus. Daarin leidt kennis over het gebrek aan solidariteit met de vervolgde joden tot brede overeenstemming over het herdenken van de slachtoffers en het waarschuwen tegen een herhaling van de vervolging. Van der Heijden schrijft over deze ontwikkeling met nauwelijks verhulde irritatie. Hij keert zich, bijvoorbeeld ook in een column in De Groene van 12 oktober, tegen de strafbaarheid van het ontkennen van de Holocaust: 'De Shoah heeft in onze cultuur een status van onaantastbaarheid. Hoewel dat goed te begrijpen is, is het ook onverstandig. Onaantastbaarheid neigt naar heiligheid en heiligheid naar verbod op kritische reflectie.' 
Aldus Dienke Hondius in De Groene Amsterdammer van 3 november 2011. Afgezien nog even van de onbeholpen logica – sinds wanneer staat een pleidooi voor kritische reflectie op één lijn met verhulde irritatie? – is de redenering ook onzindelijk. Het stuk van Hondius gaat over het boek Dat nooit meer. Daarin zou blijkbaar sprake zijn van irritatie over solidariteit met vervolgde joden. Waar vraag je je vervolgens als lezer (of als schrijver) af. Antwoord: in een column die in de krant heeft gestaan.
Die column, volgend punt, ging helemaal niet over de Jodenvervolging maar over informatievrijheid. Inderdaad, daarvan ben ik een voorstander en om die reden ook ben ik tegen een verbod op holocaustontkenning. Dat onderwerp kwam in de column ter sprake omdat er in diezelfde week in De Pers een lang stuk van Kustaw Bessems over dat onderwerp had gestaan. Om deze dingen door elkaar te husselen ter illustratie van genoemde irritatie is op zijn minst kletskoek en op zijn best vilein.

Overigens is het niet verbazingwekkend dat Hondius een column over een ander onderwerp nodig had on haar gelijk te bewijzen: in het boek is een dergelijke uitspraak niet te vinden. Integendeel, keer op keer wordt gewezen op de ‘brede overeenstemming over het herdenken van de slachtoffers en het waarschuwen tegen een herhaling van de vervolging’. Sterker nog: Dat nooit meer ontleent daaraan zijn titel. Of zoals een groot Nederlands historicus me zei: die Hondius heeft een heel ander boek gelezen dan ik...