zondag 27 november 2011

Onvoldoende vermelding in de lopende tekst van ander onderzoek

'Juist bij een synthese die aanspraak maakt op het predicaat proefschrift, komt het er in mijn ogen op aan te laten zien hoe al dan niet wordt voortgebouwd op, of afgeweken van de interpretaties van andere historici. Dit om een goede basis te bieden voor een zakelijke discussie over de nieuwe inzichten die door de promovendus zijn gegenereerd.'
Aldus Marjan Schwegman in haar oppositie. Hier ben ik het mee eens maar hiertoe bestaan verschillende methodes. Bovendien is het zo dat het werk wat betreft de nasleep van de Tweede Wereldoorlog nog in de kinderschoenen staat en dat er hoogstens met betrekking tot een aantal geïsoleerde details (Menten, Weinreb, Drie van Breda) gevestigde meningen bestaan. Over het algemeen is het voorlopig nog pionieren.

Wat betreft die verschillende methodes. Er staan meer dan 2000 noten in het boek. Me dunkt. En boeken waar voortdurend verteld wordt dat Pietje zus en Jantje zo zegt zijn m.i. volstrekt onleesbaar. Schwegman zelf geeft hiervan in haar eigen dissertatie over een negentiende-eeuwse schrijfster en feministe een goed voorbeeld. Het tweede hoofdstuk, over de jeugd van de hoofdpersoon, begint als volgt: 'als men zich in Gualberta's jeugd verdiept, valt allereerst op dat er uit de literatuur die aan haar is gewijd, geen exacte geboortedatum te destilleren valt'. Inderdaad, een boek met een dergelijke openingszin zou ik niet op mijn geweten willen hebben. Schwegman bedoelt: het is onbekend wanneer Gualberta precies geboren werd. Dat is Nederlands, haar zin is wetenschaps.

Overigens is het zo dat de belangrijkste historici in de lopende tekst van Dat nooit meer wel degelijk worden vermeld, meerdere keren zelfs, zie het register van het boek of de website.

Dan wat betreft die gevestigde meningen. Die zijn er zoals gezegd nauwelijks. Er bestaan flink wat detailstudies (allemaal netjes vermeld en indien nodig besproken), er bestaan sinds kort een paar essaybundels en op slechts enkele gebieden, bijvoorbeeld met betrekking tot het zogenoemde nationaal verhaal of de verandering van perspectief van daders naar slachtoffers, zijn er vrij algemeen aanvaarde opinies. Overigens bestaat er sinds kort wel een boek dat hierin in zekere zin verandering brengt, het verscheen enkele maanden eerder dan Dat nooit meer. Dat is Rondom de stilte van Rob van Ginkel. Zijn thema is echter kleiner en zijn doelstelling beperkter dan de mijne. Hij heeft het vooral over herdenking. Verder is het verhaal van de nasleep over het algemeen nog een potpourri, van talloze detailstudies en weinig overzicht. Bedoeling van Dat nooit meer was juist in die veelheid aan lijnen en gedachten enige orde te brengen. Die orde op zijn beurt zou als uitgangspunt voor nieuw onderzoek kunnen dienen. Ook dat kan een doelstelling van een dissertatie zijn. Vandaar de volgende zinsnede in de inleiding:
'Door de nabijheid in de tijd zijn de mazen van de historische zeef nog te grof. Er komt nog te veel doorheen. De tijd heeft nog onvoldoende gedaan wat zij gewoonlijk doet: schiften. Dit boek wil daaraan wel een bijdrage leveren.'